Toccata, Adagio en Fuga in C groot

Toccata, Adagio en Fuga in C groot

BWV 564 uitgevoerd door Reitze Smits
Grote of Jacobijnerkerk, Leeuwarden

  • Menu
  • 1. Toccata
  • 2. Adagio
  • 3. Fuga

Achter de muziek

Verhaal
Verhaal
Achtergrondvideo's
Achtergrondvideo's
Credits
Credits

Bachs betere benenwerk

Uit verse inspiratie van Buxtehude ontstaat een machtig werk - mét imposante pedaalsolo

Bachs voettocht in 1705 van Arnstadt naar Lübeck is een bekende geschiedenis. We weten dat hij zijn verlof veel te lang rekte, misschien wel om te solliciteren of te trouwen. En we mogen vermoeden dat hij kwam leren van een van de grootste organisten: Dietrich Buxtehude. Bach spiegelde enkele jaren later de atletische pedaalsolo in deze Toccata vast niet toevallig aan Buxtehudes Prelude, BuxWV 137 - een werk dat we trouwens alleen kennen uit Bachs kopie.

Uiteraard zou Bach zichzelf niet zijn als hij zijn grote voorbeeld niet voorbij zou streven: de solo is langer en complexer en daarbij verkent hij het hele instrument. Het werk begint bovendien met een verbijsterende solo die alle registers van het klavier aanraakt. Misschien testte Bach er nieuwe orgels mee, zoals hij vaak deed in zijn Weimar-tijd? Hoe dan ook moet hij zijn publiek ermee hebben geïmponeerd. Na zoveel vuurwerk in het begin laat Bach zijn luisteraar allerminst met rust. Het eerste deel vliegt ervandoor met twee aanstekelijke thema’s die elkaar afwisselen. Richting het slot graast Bach, nu in mineur, nog eens alle octaven af. 

Ook in het tweede deel - een uitgesponnen solo voor de rechterhand met continuobegeleiding van de andere ledematen – zit de verrassing in het slot. Bach leeft zich in een 'grave' uit in durezze: overlappende akkoordclusters in dissonante combinaties. Deze techniek bloeide in Bachs tijd ook in Duitsland op, dankzij uitgaven van de muziek van componist Frescobaldi.

De uitgelaten afsluitende fuga is opmerkelijk door z’n lengte en door de speelse combinatie van een springend thema met ‘gaten’ en een vloeiend tegenthema dat die gaten opvult, vrij uniek bij Bach. Er bestaat geen bron in handschrift, waardoor we nooit zullen weten of Bach het slotakkoord inderdaad zo kort bedoelde en het pedaal al een paar maten eerder liet zwijgen. Deze curiositeit inspireert sommige organisten om alle registers juist nog eens open te trekken. Deze uitvoering voor All of Bach volgt echter een van de vroegste kopieën naar een wat plots, stil besluit.

 

BWV
564
Titel
Toccata, adagio en fuga in C groot
Instrument
orgel
Genre
orgelwerken
Jaartal
Eerste kopieën in ca. 1719 en 1726/27
Stad
Weimar?

Achtergrondvideo's

Organist Reitze Smits

“Een spectaculaire pedaalsolo in de Toccata, een mooi Adagio met een opvallend einde en een ongebruikelijk Fugathema met ‘gekke rusten’. Reitze Smits leidt ons door dit monumentale orgelwerk.”

Teksten

Origineel

Vertaling

Credits

  • Publicatiedatum
    8 mei 2015
  • Opnamedatum
    15 september 2014
  • Locatie
    Grote of Jacobijnerkerk, Leeuwarden
  • Organist
    Reitze Smits
  • Registrant
    Mayuko Banno
  • Orgel
    Christian Müller, 1727
  • Cameraregie
    Jan Van den Bossche
  • Directors of photography
    Diderik Evers, Ruben van den Broeke
  • Muziekproductie, montage en mix
    Holger Schlegel
  • Beeldmontage
    Dylan Glyn Jones
  • Interview
    Onno van Ameijde
  • Kleurcorrectie
    Jef Grosfeld
  • Productie
    Frank van der Weij
  • Productie-assistentie
    Hanna Schreuders
  • Met dank aan
    Rob Tigchelaar

Help ons All of Bach te voltooien

Een groot deel moet nog opgenomen worden voordat het gehele oeuvre van Bach online staat. Dit redden we niet zonder financiële steun van donateurs. Help ons de muzikale nalatenschap van Bach te voltooien en steun ons met een gift!