Orkestsuite nr. 1 in C groot

Orkestsuite nr. 1 in C groot

BWV 1066 uitgevoerd door de Nederlandse Bachvereniging
onder leiding van Shunske Sato
TivoliVredenburg, Utrecht

  • Menu
  • 1. Ouverture
  • 2. Courante
  • 3. Gavotte I & II
  • 4. Forlane
  • 5. Menuet I & II
  • 6. Bourrée I & II
  • 7. Passepied I & II

Achter de muziek

Verhaal
Verhaal
Achtergrondvideo's
Achtergrondvideo's
Credits
Credits

Bach op z'n Frans

Ook na de dood van Lodewijk de Veertiende droomde elke prins wel eens van een hof als dat van de Zonnekoning. En wat past daar beter bij dan een Franse Ouverture?

Er is weinig instrumentale muziek van Bach bewaard gebleven. En van de muziek die er is, weten we vrijwel nooit wanneer, waarvoor of voor wie ze is geschreven. Dat geldt ook voor deze suite. Het is muziek in de stijl en sfeer van de dansmuziek die Lully schreef aan het hof van Lodewijk de Veertiende; een serie gestileerde dansen. Nu noemen we zoiets een suite, destijds heette het Ouverture, naar het openingsdeel. Als hommage aan de koning begon zo’n opeenvolging van dansen met een statige opening met een opvallend gepunteerd ritme – waarop de koning kon binnenschrijden – gevolgd door een wat sneller, fugatisch middendeel. Ook de bezetting van Bachs Eerste orkestsuite is op z’n Frans, met hobo’s en een fagot die de strijkerspartijen dubbelen.

Deze suite zou zeker ontstaan kunnen zijn in Bachs tijd als kapelmeester in Köthen. Daar droomde prins Leopold vast wel eens van een hof in de stijl van de Zonnekoning. Tegelijkertijd was deze dansmuziek zeker ook geschikt voor de concerten van het Leipzigse Collegium Musicum. Bach keek voor deze suite niet alleen naar Frankrijk, maar ook naar Italië, zo blijkt uit de dansen die hij koos. De opeenvolging is redelijk standaard, soms een beetje ouderwets, met dansen die herhaald worden in paren. De gavotte, het menuet en de passepied zijn typisch Frans. De Courante was populair in zowel Frankrijk als Italië en de Forlane komt oorspronkelijk uit Italië maar werd ook mode aan het Franse hof. Uiteindelijk zet Bach alles naar zijn eigen hand. De hobo’s en fagot dubbelen de strijkers, maar gaan soms hun eigen gang, zodat een soort verkapt concerto grosso ontstaat.

Orkestsuites, BWV 1066-1069
Hoe verleidelijk ook om van dé Vier orkestsuites te spreken, het kan best dat Bach er nog een, of twee, of tien schreef. Want anders dan de ‘Brandenburgse’ Concerten hangen deze Vier orkestsuites niet samen. Specialisten als Joshua Rifkin beschouwen ze zelfs als bewerkingen uit andere genres. Bach schreef simpelweg representatieve feestmuziek voor de rijke Weimarse en Köthense hoven, gelegenheidsmuziek, die later in Leipzig een nieuw thuis vond in het repertoire van het Collegium Musicum.

Bachs Suites (series gestileerde dansen) ademen de stijl en sfeer van de dansmuziek die Lully schreef aan het hof van Lodewijk de Veertiende. Nu noemen we zoiets een suite, destijds heette het Ouverture, naar het openingsdeel. Als hommage aan de koning begon zo’n opeenvolging van dansen met een statige opening (ouverture) met een opvallend gepunteerd ritme – waarop de koning kon binnenschrijden – gevolgd door een wat sneller, fugatisch middendeel.

Een interessante hypothese over het relatieve gebrek aan suites bij Bach stelt dat hij het genre niet genoeg naar zijn hand kon zetten. Het model kwam rechtstreeks uit het Parijs van Lully en verdroeg eigenlijk geen weerstand. Vooral de pompeuze ouverture – traag-snel-traag, fugatisch middendeel, ‘Franse’ ritmes – is typisch... en misschien te beklemmend voor onze jonge Duitse kapelmeester?

BWV
1066
Titel
Ouverture in C groot
Bijnaam
Eerste (orkest)suite
Genre
orkestwerken
Serie
Orkestsuites
Jaartal
tussen 1717 en 1725
Stad
Köthen? Leipzig?

Achtergrondvideo's

Violist Shunske Sato

“Bij deze uitvoering staat aanvoerder Shunske Sato expres niet vooraan, maar in het midden. Waarom?”

Teksten

Origineel

Vertaling

Credits

  • Publicatiedatum
    6 maart 2015
  • Opnamedatum
    30 november 2014
  • Locatie
    TivoliVredenburg, Utrecht
  • Viool en leiding
    Shunske Sato
  • Viool 1
    Annabelle Ferdinand, Lucia Giraudo
  • Viool 2
    Anneke van Haaften, Paulien Kostense, Hanneke Wierenga
  • Altviool
    Bernadette Verhagen, Jan Willem Vis, Femke Huizinga
  • Cello
    Lucia Swarts, Barbara Kernig
  • Contrabas
    Joshua Cheatham
  • Hobo
    Martin Stadler, Yongcheon Shin
  • Fagot
    Benny Aghassi
  • Klavecimbel
    Siebe Henstra
  • Productie concert
    Marco Meijdam, Erik van Lith
  • Productie
    Frank van der Weij, Zoë de Wilde
  • Cameraregie
    Lucas van Woerkum
  • Director of photography
    Sal Kroonenberg
  • Camera
    Ruben van den Broeke, Diderik Evers, Sal Kroonenberg
  • Muziekopname
    Leo de Klerk
  • Licht
    Victor Jas
  • Montage
    Lucas van Woerkum, Frank van der Weij
  • Regie-asssistent
    Stijn Berkouwer
  • Geluids-assistenten
    Gilius Kreiken, Jaap van Stenis, Bobby Verbakel
  • Camera-assistenten
    Izak de Dreu, Indy Hamid
  • Muziekmontage en –mixage
    Leo de Klerk, Frank van der Weij
  • Muziekmontage assistent
    Martijn Snoeren
  • Kleurcorrectie
    Rachel Stone
  • Interview
    Onno van Ameijde
  • Met dank aan
    Bert Begeman

Help ons All of Bach te voltooien

Een groot deel moet nog opgenomen worden voordat het gehele oeuvre van Bach online staat. Dit redden we niet zonder financiële steun van donateurs. Help ons de muzikale nalatenschap van Bach te voltooien en steun ons met een gift!